This page is not yet available in English.
’s Ochtends werd ik al vroeg wakker door lawaai
buiten op straat. Mijn alarmklok meldde mij dat het half 6 was, maar de
reiswekker had zich in het midden van de nacht automatisch ingesteld op
de Californische tijd – zo’n 2 uur vroeger – waardoor
ik te laat wakker was. Gelukkig had ik mijn gsm ook gezet zodat ik toch
nog op een doenbaar uur op was. Snel mijn spullen gaan afzetten in een
jeugdhotel dat ik de vorige avond gevonden had, en dan op weg naar Ek
Balam.
De bus bleek uiteindelijk toch niet naar Ek Balam zelf
te rijden. In Temozon moest ik maar een collectivo – een soort taxi-busje
dat je met andere passagiers deelt – nemen. Ter plaatse bleek echter
geen collectivo te bespeuren. Wachten dan maar, totdat een vriendelijke
Mexicaan mij kwam uitleggen waar ik precies op de taxi of collectivo moest
wachten. Hij gaf me ook mee dat die zo’n 10 pesos zou kosten. Enige
tijd later passeerde een taxi, die weliswaar het dubbele vroeg, maar dat
was nog geen geld (nauwelijks 2 €), voor een rit die in Belgïe
meer dan 15 € zou kosten.
In Ek Balam – het oog van de tijger – bleek
het inkomticket dat ik net gekocht had een toelating te zijn om met videocamera
te filmen. Ik mocht dus niet binnen, maar kreeg vlot mijn ticket omgewisseld
en het verschil probleemloos terugbetaald. De ruïnes van Ek Balam,
één van de vele vroegere Maya steden, zijn onbeschrijflijk
mooi: veel vogels, hagedissen, vlinders, planten en gebouwen. Terwijl
ik de lizards hoog op de rotsen fotografeerde, merkte ik dat er nog een
op amper 2 meter van mijn voeten zat. Ik heb dan ook erg veel foto’s
kunnen nemen, totdat er 3 lawaaierige – typisch – Nederlanders
voorbijkwamen: “Hé schat, kom eens hier met de camera, er
zitten hier leguanen!!”. En weg waren de ze. Ook leguanen kunnen
niet zo goed overweg met Nederlanders op vakantie. Later merkte ik dat
lizards héél veel voorkomen in Mexico. Trouwens ook veel
exotische vogels. Ek Balam had zo’n paradijselijke natuur dat ik
nogal ver van de normale paden afdwaalde tot ik besefte dat ik –
in niemandsland en bij deze hitte door mijn voorraad water heen zittende
– misschien toch beter terugkeerde naar de bewoonde wereld.
Heel mooie tropische vogels gefotografeerd en gelukkig
reserve batterijen meegenomen. En dan gebeurt het onvermijdelijke: geheugenkaart
naar de haaien. Weg foto’s – een 400tal tot nu toe. Nieuwe
kaart erin en dan maar opnieuw beginnen en hopen dat ik toch nog een deel
van de andere zal kunnen recupereren.
Helaas is het paradijselijke Ek Balam ook door teken
ontdekt – neen, niet Azteken. Ik heb er een paar van mij afgemept
maar bij mijn terugkomst kan ik mij best eens grondig laten controleren.
De ziekte van lime wil ik uiteraard niet als souvenir meenemen.
Na een lange zoektocht naar drank – de ganse dag
rondlopen bij 35°C maakt een mens dorstig – kon ik aan mijn
beklimming van de tempel beginnen: hoog, stijl en uiteraard zonder leuning.
Ideaal om offers van naar beneden te smijten. Vanaf de top kan je in de
verte de castillo’s van Chitzen Itza zien, die zo’n 50 km
verder boven de bossen uitsteken. Vroeger stonden ze met elkaar in communicatie
door vuursignalen. Ver beneden roept iemand mij. Blijkbaar wordt de site
om 17u gesloten. Een kwartier later kwam ik op een lege parking aan. Alle
taxis’s waren uiteraard al weg. Gelukkig kreeg ik een lift van de
beheerder van de Ek Balam site naar een nabijgelegen dorp, om daar een
taxi te nemen. Onderweg passeerden we twee authentieke Mexicaanse dorpjes.
De mensen leven er tussen de varkens en kalkoenen. Armoede, maar iedereen
kent elkaar en zit buiten te praten.
Nauwelijks moeten wachten op een taxi. 20 pesos, zo’n
anderhalve euro, voor een rit van 20 kilometer tot Valladolid is ook geen
geld. In Temozon had men zowat 500 stoelen buitengezet voor een openluchtmis.
De plaatselijke school was bij mijn aankomst vanmorgen nog liedjes aan
het inoefenen. Alle overheidsgebouwen hebben er trouwens dezelfde kleur:
wit en lichtblauw. Tussen de vele krotten staan ook enkele mooie villa’s.
De contrasten zijn hier uiteraard veel groter dan in België. Gelukkig
ben ik, ondanks de negatieve commentaar in sommige reisgidsen –
Ek Balam zou enkel de mooite zijn als je veel te veel tijd over hebt –
toch naar dit stukje paradijs gegaan. Allicht ziet bijna niemand de vele
tropische vogels, hagedissen en vlinders.
Het warme broodje met peperoni, jamon y quesa begint
een beetje op mijn maag te liggen. Dan maar op het centrale plein van
Valladolid geen rusten en schrijven. Het geldtransport van gisteren staat
er nog altijd.
|